Eind 2018
De kleine vijg staat fier
rechtop.
De nachtvorst zal hem niet
deren, denk ik…
Of verlangt hij stiekem, naar
vorig jaar?
Toen hij, gekoesterd door de warme deken, verwend kon wegdromen,
als een beer in winterslaap? Wetend dat er een volgend seizoen aanbreekt,
zonder al te veel moeite van zijn kant?
Of dicht ik hem teveel
gedachten toe? Emoties en verlangens?
Ik wik en weeg, besluit; het
is maar nachtvorst hè!
Het is nog niet helemaal
donker en het is een fraai gezicht, hoe de sprieterige takken naar de allengs
dieperblauwe hemel reiken.
Als een klein kind die zijn handen uitstrekt naar
zijn moeder, om opgetild te worden. Zodat hij groter is, of lijkt. En sterker.
Meer overzicht krijgt.
Uitreikt naar volwassenheid,
naar ontrafeling van geheimen, denkend dat de jaren die zullen brengen.
Verwachtend dat levenservaring verheldering brengt, verlichting van de pijn van
onwetendheid.
Is dat de drijfveer: hoop op
weten?
Ik voel het, al langer; voor
mij niet meer, nu even niet in elk geval.
Waarom?
Omdat ik ouder word?
Geen hoop heb op verbetering,
bang dat het alleen maar slechter wordt?
Omdat ik inmiddels gehard ben
en weet dat ik dingen aankan, kan dragen wat ik het minst begeer?
Of is het hang naar het
verleden?
Dat ik rustig aan doe in het
heden, zodat het verleden langzamer in het niets verdwijnt; ik het wat langer
nog even aan kan raken, kan ruiken, horen en voelen, het nog niet helemaal uit
mijn blikveld is verdwenen, als ik over mijn schouder kijk?
Is dat de reden dat ik de
klok wil stilzetten, in hier en nu wil blijven?
Opdat de voelbare
aanwezigheid niet tussen de kieren van mijn bewustzijn weg sijpelt?